Het einde nadert en voor deze reis betekent dat een behoorlijke reisafstand naar onze eindbestemming, île Sainte-Marie, ook wel Nosy Boraha genoemd.
Eerst moesten we het regenwoud verlaten en na enkele kilometers was er al een behoorlijke file. De reisleider heeft met de busboy georganiseerd dat we steeds een paar honderd metr naar voren konden met onze bus. Vrachtwagenchauffeurs lieten ruimtes open waar de bus net tussen kon. Uiteindelijk heeft dit ons 1,5 uur vertraging opgeleverd in de eerste 13 kilometer. Alternatieven zijn er niet, dus....
We kwamen uiteindelijk aan in Toamasina, de belangrijkste havenstad van Madagascar. Die stad zorgt er ook voor dat de RN2 vol met vrachtauto's zit, vooral tankauto's die benzine over het land verspreiden. Vanaf Toamasina (ofwel Tamatave) begint RN5, een goeddeels verharde weg maar vaak in zo'n belabberde toestand dat je slechts voetstaps door de diepe gaten kunt. De RN5 verandert noordelijk van tot waar wij komen in een ronduit afschuwelijke zandweg die tot de gevaarlijkste wegen van de wereld wordt gerekend en ook in een programma op televisie is geweest. Ik zoek later nog uit welke 2 BN'ers die aflevering zaten. Enfin, met een tussenstop in een hotel aan de oceaan, hebben we in 1,5 dag de plek bereikt waar we met een boot overvaren naar Île Sainte-Marie, een ruwe overtocht. Onderweg werden we echter getrakteerd op meerdere bultruggen die de bekende sprongen maakten. Ook kwamen we bij zeker 3 bultruggen op een afstand van ongeveer 40 meter langsvaren.
Op Île Sainte-Marie zitten we in bungalows direct aan ons eigen strand. 's Morgens is ons uitzicht zoals op 1 van de foto's. We kunnen voor het strand snorkelen en bultruggen schijnen tot 50 meter van de kust te komen. Gisteren zagen we op grotere afstand enkele springers, dus dat wordt genieten.
Eerst moesten we het regenwoud verlaten en na enkele kilometers was er al een behoorlijke file. De reisleider heeft met de busboy georganiseerd dat we steeds een paar honderd metr naar voren konden met onze bus. Vrachtwagenchauffeurs lieten ruimtes open waar de bus net tussen kon. Uiteindelijk heeft dit ons 1,5 uur vertraging opgeleverd in de eerste 13 kilometer. Alternatieven zijn er niet, dus....
We kwamen uiteindelijk aan in Toamasina, de belangrijkste havenstad van Madagascar. Die stad zorgt er ook voor dat de RN2 vol met vrachtauto's zit, vooral tankauto's die benzine over het land verspreiden. Vanaf Toamasina (ofwel Tamatave) begint RN5, een goeddeels verharde weg maar vaak in zo'n belabberde toestand dat je slechts voetstaps door de diepe gaten kunt. De RN5 verandert noordelijk van tot waar wij komen in een ronduit afschuwelijke zandweg die tot de gevaarlijkste wegen van de wereld wordt gerekend en ook in een programma op televisie is geweest. Ik zoek later nog uit welke 2 BN'ers die aflevering zaten. Enfin, met een tussenstop in een hotel aan de oceaan, hebben we in 1,5 dag de plek bereikt waar we met een boot overvaren naar Île Sainte-Marie, een ruwe overtocht. Onderweg werden we echter getrakteerd op meerdere bultruggen die de bekende sprongen maakten. Ook kwamen we bij zeker 3 bultruggen op een afstand van ongeveer 40 meter langsvaren.
Op Île Sainte-Marie zitten we in bungalows direct aan ons eigen strand. 's Morgens is ons uitzicht zoals op 1 van de foto's. We kunnen voor het strand snorkelen en bultruggen schijnen tot 50 meter van de kust te komen. Gisteren zagen we op grotere afstand enkele springers, dus dat wordt genieten.

Geen opmerkingen:
Een reactie posten