Vandaag hadden we weer een reisdag, terug naar Morondava. Vanaf Tsingy is er eigenlijk maar 1 route van 130 km maar daar doe je toch zo'n 9 uur over. Het is dezelfde route als we afgelopen maandag maakten met ook de 2 oversteken over de rivieren en dezelfde lunchplaats halverwege. De eigenaar van dat restaurant heeft een koksopleiding gedaan en heeft stages gelopen in Michelinsteren-restaurants in Europa. Hij is zo bijdehand geweest om halverwege deze route dit restaurant op te zetten waar je voor 15 Euro een 3-gangenmenu krijgt voorgeschoteld dat werkelijk uitstekend smaakt maar ook prachtig wordt gepresenteerd. Het restaurant heet Mad Zebu, voor als je een keer lekker wilt eten.
Zoals eerder vermeld is Madagascar het 5e armste land op deze aardbol. Dat is iets wat je constant om je heen ziet. Langs de hele route van en naar Tsingy zie je nederzettingen van verschillende groottes met vaak armzalige hutjes maar opvallend vrolijke mensen erbij. Binnen ons reisgezelschap is dit ook regelmatig een onderwerp van gesprek. In onze accomodatie in Tsingy was uiterst vriendelijk personeel en omgerekend verdienen die dames 2 Euro per maand aangevuld met hun deeltje uit de fooienpot. Voor Malagassische normen is dat een redelijk goed salaris. Zij hebben werk en uitzicht op meer. Daarom is het voor deze mensen belangrijk om op een of andere manier te voorzien in iets wat geld oplevert, zoals een bootje, een zelfgemaakt kruiwagen of kar. Belangrijk is ook om de mensen niet zomaar iets toe te stoppen. Net als het voeren van dieren leidt dat tot verkeerd gedrag. Toen we vanmorgen moesten wachten tot we de 1e oversteek konden maken was er een Nederlandse man die een zak snoep had en dat aan de kinderen wilde uitdelen. In no time had hij 20 kinderen om zich heen die aan hem begonnen te trekken om ook een snoepje te bemachtigen. Onze reisleider heeft hem gewezen op de gevolgen die dit kan hebben op de kinderen. Werkelijk het mooiste wat je ze zou kunnen geven is even aandacht, een selfie met ze maken of je haar laten vlechten, zoals de reisleider liet doen. Wil je iets geven, moet je eigenlijk altijd een tegenprestatie vragen, hoe simpel ook. Schenk je een waterpomp, dan zal die binnen de kortste keren in deeltjes worden verkocht. Als je binnen een kleine gemeenschap de keuze geeft om een waterpomp te plaatsen en je laat ieder binnen die gemeenschap een kleine investering doen, dan zal die waterpomp zijn werk blijven doen en voelt iedereen zich er verantwoordelijk voor. Een soort micro-krediet. Hier zie je fantastisch hoe dat op kleine schaal al werkt. Maar ze blijven hier arm.
Bijna aan het einde van de route kwamen we weer bij de baobabs, maar nu tegen zonsondergang. We hadden een uurtje om de laatste kilometer zelf te lopen en rond de echte zonsondergang, omstreeks 17.45 uur, was het behoorlijk druk. En dat levert dan echt prachtige plaatjes op van deze magnifieke bomen. Toen de zon echt helemaal onder was gegaan volgde er zelfs een applausje. De reisleider had ook zijn drone in de lucht om mooie opnames te maken. Een groep Japanse jongeren had een wat beroerde timing door net aan te komen toen de rest weer terug naar de auto's liep.
In Morondava blijven we 2 nachten, dus vrijdag de 21e hebben we een rustdag. Daarna hebben we weer een druk programma.
Zoals eerder vermeld is Madagascar het 5e armste land op deze aardbol. Dat is iets wat je constant om je heen ziet. Langs de hele route van en naar Tsingy zie je nederzettingen van verschillende groottes met vaak armzalige hutjes maar opvallend vrolijke mensen erbij. Binnen ons reisgezelschap is dit ook regelmatig een onderwerp van gesprek. In onze accomodatie in Tsingy was uiterst vriendelijk personeel en omgerekend verdienen die dames 2 Euro per maand aangevuld met hun deeltje uit de fooienpot. Voor Malagassische normen is dat een redelijk goed salaris. Zij hebben werk en uitzicht op meer. Daarom is het voor deze mensen belangrijk om op een of andere manier te voorzien in iets wat geld oplevert, zoals een bootje, een zelfgemaakt kruiwagen of kar. Belangrijk is ook om de mensen niet zomaar iets toe te stoppen. Net als het voeren van dieren leidt dat tot verkeerd gedrag. Toen we vanmorgen moesten wachten tot we de 1e oversteek konden maken was er een Nederlandse man die een zak snoep had en dat aan de kinderen wilde uitdelen. In no time had hij 20 kinderen om zich heen die aan hem begonnen te trekken om ook een snoepje te bemachtigen. Onze reisleider heeft hem gewezen op de gevolgen die dit kan hebben op de kinderen. Werkelijk het mooiste wat je ze zou kunnen geven is even aandacht, een selfie met ze maken of je haar laten vlechten, zoals de reisleider liet doen. Wil je iets geven, moet je eigenlijk altijd een tegenprestatie vragen, hoe simpel ook. Schenk je een waterpomp, dan zal die binnen de kortste keren in deeltjes worden verkocht. Als je binnen een kleine gemeenschap de keuze geeft om een waterpomp te plaatsen en je laat ieder binnen die gemeenschap een kleine investering doen, dan zal die waterpomp zijn werk blijven doen en voelt iedereen zich er verantwoordelijk voor. Een soort micro-krediet. Hier zie je fantastisch hoe dat op kleine schaal al werkt. Maar ze blijven hier arm.
Bijna aan het einde van de route kwamen we weer bij de baobabs, maar nu tegen zonsondergang. We hadden een uurtje om de laatste kilometer zelf te lopen en rond de echte zonsondergang, omstreeks 17.45 uur, was het behoorlijk druk. En dat levert dan echt prachtige plaatjes op van deze magnifieke bomen. Toen de zon echt helemaal onder was gegaan volgde er zelfs een applausje. De reisleider had ook zijn drone in de lucht om mooie opnames te maken. Een groep Japanse jongeren had een wat beroerde timing door net aan te komen toen de rest weer terug naar de auto's liep.
In Morondava blijven we 2 nachten, dus vrijdag de 21e hebben we een rustdag. Daarna hebben we weer een druk programma.



Geen opmerkingen:
Een reactie posten